By the way: I’m Irish!

Daniel Hope over zijn Ierse roots 

Door de aderen van internationale sterviolist Daniel Hope stroomt Iers bloed. Zijn overgrootvader, Daniel McKenna, verliet in de jaren 1890 de havenstad Waterford in Zuid-Oost-Ierland om een nieuw leven op te bouwen in Zuid-Afrika. Ook al woont Hope zelf niet in Ierland, hij raakte helemaal gefascineerd door de Ierse cultuur. Enkele jaren geleden maakte hij voor ARTE en de Westdeutscher Rundfunk de documentaire Celtic Dreams: Daniel Hope’s Hidden Irish History. Deze zomer presenteert hij zijn gloednieuwe album Irish Roots, met het programma dat hij ook in Gent brengt. 

Irish Roots is een zeer persoonlijk programma. Wat betekenen Ierland en zijn muziek voor jou? 

“Van het moment dat we in de vroege jaren 70 Zuid-Afrika verlieten tot vier of vijf jaar geleden had ik enkel de Ierse nationaliteit. Mijn vader had van de Zuid-Afrikaanse overheid een uitreisvergunning gekregen die in wezen zei: maak dat je wegkomt en keer niet terug. We verloren ons Zuid-Afrikaanse staatsburgerschap en kwamen als stateloze bannelingen eerst in Parijs en dan in Londen terecht. Toen kwam mijn moeder erachter dat je met een Ierse grootmoeder in aanmerking kwam voor Iers staatsburgerschap. Ze speurde verschillende geboorteaktes op, deed wat papierwerk en plotseling waren we Iers. Ik kreeg die identiteit nog vóór ik kon lopen. Pas veel later besefte ik dat dit onze redding was geweest. We konden in ieder geval in Londen blijven en werken, waar mijn moeder uiteindelijk de secretaresse van Yehudi Menuhin werd. Ik heb het Ierse staatsburgerschap behouden vanwege de grote dankbaarheid die ik voor het land voelde.” 

Wat gaf je het vertrouwen om het Ierse traditionele repertoire te verkennen en uiteindelijk uit te voeren? 

“In 2004 raakte ik betrokken bij het Savannah Music Festival (Georgia, Verenigde Staten), waar ik vervolgens zestien jaar lang hielp bij de programmatie van de klassieke muziek. In 2006 hoorde ik daar de Ierse groep Lúnasa spelen. Ik was gebiologeerd door de klank van de uilleann pipes (de Ierse doedelzak) en de fluit en de fiddle. Op een bepaalde manier voelde het als thuiskomen. Maar ik was nog niet zover om zelf die muziek te gaan spelen. In 2016 kwam Lúnasa naar het festival van Schleswig-Holstein, waarbij ik ook nauw betrokken ben. Ze vroegen me of ik zin had mee te spelen bij een van hun sets. Toen was de tijd rijp. We speelden Morning Nightcap, een nummer dat ik in Savannah had gehoord. Waarschijnlijk dachten ze dat ik dat het minst kon verprutsen. Ik heb het desalniettemin verprutst, maar wel met overtuiging!” 

“Toen we na afloop een biertje dronken, zei ik “trouwens, ik ben Iers.” Ze konden het niet geloven! Toen begon ik te vertellen over mijn overgrootvader en de McKenna-clan, en ze vonden dat we meer samen moesten doen. Het feit dat Lúnasa een buitenstaander wilde binnenlaten in een zo geoliede en hechte groep was opmerkelijk. Ik heb me zelden zo op mijn gemak gevoeld bij het musiceren als bij deze gasten. In 2023 speelden we weer samen in Schleswig-Holstein, drie concerten deze keer. Ze namen me op met open armen en ik ging er gretig op in.” 

En nu presenteer je een eigen album met Ierse en klassieke muziek! 

“Nadat we Morning Nightcap hadden gespeeld in Schleswig-Holstein, begon ik ook de connecties tussen de Ierse traditionele en de klassieke muziek te onderzoeken. Dat bracht me bij componisten als de in Hongarije geboren Johann Sigismund Kusser, die in Dublin woonde en werkte, en de Engels-Ierse Thomas Roseingrave. Ik ontdekte ook de immense populariteit in Ierland van de muziek van Antonio Vivaldi en Domenico Scarlatti, die overigens in Dublin heeft opgetreden.” 

Hoe heb je de klassieke werken in het programma gekozen? 

“Ik ben te rade gegaan bij de fantastische musicoloog Olivier Fourés. Hij vroeg me of ik wist wat in de Britse eilanden, inclusief Ierland, in de 18e eeuw het meest bekende klassieke werk was. Ik had geen idee. Het bleek het Concerto nr. 5 voor twee violen uit Vivaldi’s L’estro armonico te zijn. Het was naar Ierland gebracht door de in Londen geboren violist Matthew Dubourg, die bij Geminiani had gestudeerd. Hij was ook concertmeester bij de première van Händels Messiah, die plaatsvond in Dublin in 1742. De Ierse Scarlatti-cult kwam dan weer van Roseingrave, die Domenico Scarlatti had ontmoet als tiener en volledig gegrepen werd door zijn muziek. Oliver vertelde me ook over unieke versies van Vivaldi’s muziek die in Dublin bewaard zijn als Ierse traditionele slip jigs. Ik ging toen nadenken over hoe ik het programma kon verbreden door bekende Ierse tunes als Molly Malone en Danny Boy te combineren met barokstukken die in Ierland populair waren. Ik probeerde dat in de loop der jaren uit tijdens diverse concerten en raakte gefascineerd door de connectie tussen folk en klassiek muziek in Ierland en de uitzonderlijke, creatieve blend die daaruit voortkwam. Daar ligt de oorsprong van Irish Roots.” 

Het concert speel je met je eigen AIR Ensemble. 

“Dat heb ik samen opgericht met de fantastische violist Simos Papanas, concertmeester van het orkest van Thessaloniki. Hij speelt de tweede viool in het concerto van Vivaldi. Hij is daarnaast ook een van mijn beste vrienden. Alles in dit programma is op die manier verbonden, door vriendschap en culturele uitwisseling. Net zoals de Ierse muziek zich altijd over de wijde wereld verspreidde en de Ierse muzikanten en hun traditie overal ter wereld mensen blijven raken.” 

 

Wat dat betreft, belichaamt Irish Roots bij uitstek het Festival-thema van dit jaar: Along the Borders. Hope en zijn vrienden brengen een klinkend voorbeeld van het constante tweerichtingsverkeer tussen de unieke tradities van de randen van Europa en de centrale culturen van het continent.  

Met dank aan Deutsche Grammophon 

Irish Roots & Celtic Dreams - Daniel Hope op zoek naar zijn Ierse wortels
ma 16.09.2024 | 20:30

Info & tickets