City of Ear

City of Ear

Pleidooi voor een stadsaudioloog

Tekst Joris Blanckaert (met dank aan Virginie Platteau voor de inspiratie)

Een klankwandeling

Luister naar de stad. Het regent zachtjes. Een bakfiets rammelt over de ongelijke straatstenen. Het regenwater dat tussen het bandenprofiel wordt geperst maakt een knisperend geluid zoals iemand die in de theaterzaal een snoepje uit een plastic zakje probeer te vissen. Haastig tikkende hakken van iemand die vervolgens haar sleutels laat vallen. Aan de overkant van de straat een ietwat geagiteerd gesprek tussen twee mensen, terwijl een derde sust. Waarover ze het precies hebben gaat verloren. Een motorfiets snort voorbij met een geluid dat ver boven zijn gewicht bokst. En loeiende sirenes, suizende werfkranen, jammerende bladblazers, de diepe bas van verre autosnelwegen en een onophoudelijke stroom van beltonen en meldsignalen.  

Noise

We worden omsingeld door ‘noise'. Ik gebruik bewust de Engelse term, want ik ken in deze context niet meteen een passende Nederlandse vertaling. Het gaat immers niet enkel om lawaai: de trillende gsm op de tafel van je collega is bezwaarlijk lawaai te noemen, maar het brengt je wel ongewild uit je concentratie.  Ook ruis vind ik niet meteen een goede vertaling, vermits hiermee doorgaans achtergrond-geluid of een storing op het originele signaal wordt bedoeld. ‘Noise’ kan nog het best vertaald worden als ongewilde of ongewenste klanken: ‘unwanted sounds’, zoals de Canadese componist Robert Murray Schafer het noemt. Hij was de eerste die, in de jaren ’70 van vorige eeuw, de akoestische ecologie (ook wel eco-akoestiek) in het voetlicht plaatste.

Akoestische ecologie

Net zoals elk ecosysteem streeft ook het akoestische ecosysteem naar evenwicht. In de vrije natuur vinden de verschillende diersoorten altijd de akoestische ruimte om te communiceren. Ook de menselijke stem heeft altijd haar plaats gevonden. Slechts in eerder uitzonderlijke omstandigheden - vulkaanuitbarstingen, storm op zee, uit de kluiten gewassen watervallen - haalt de menselijke stem het niet. Sinds de industriële revolutie is de menselijke stem echter stelselmatig terrein beginnen te verliezen. De klanken voortgebracht door de mechanische en technologische vooruitgang worden steeds luider talrijker. Het evenwicht is zoek. De soundscape van de stad wordt steeds luider en compacter. Gemiddeld zou het gaan om een toename van het geluidsniveau met 1 decibel per jaar, wat elke 10 jaar neerkomt op minstens een verdubbeling van het subjectief waargenomen geluidsvolume. En dus fluiten de vogels in de stad luider dan in de natuur - nog los van het feit dat ze in toenemende mate 'ringtones' gaan nabootsen.  De Franse filosoof Alain Finkielkraut noemt deze uitroeiing van de stilte zeer toepasselijk de enige ecologische ramp waarover je nooit iets hoort.

Het visuele

Anders is het gesteld met de visuele ecologie.  Net als de meeste grotere steden heeft Gent een heuse stadsbouwmeester, die adviseert bij beeldbepalende bouw- en ruimteprojecten.  Hij waakt over de visuele hygiëne, de landscape van de stad, en heeft een sensibiliserende taak rond architectuur en ruimtelijke kwaliteit in het algemeen. Van een stadsaudioloog is vooralsnog geen sprake. Bouwwerven worden visueel afgeschermd, maar de geluiden krijgen vrij spel. Auto’s worden - volkomen terecht - ondergronds onder keurig aangelegde pleinen gestald, maar mogen bovengronds onbeperkt de motoren laten ronken.

Onze waarneming en begrip van de werkelijkheid worden doorgaans gedomineerd door het visuele: eerst ‘zien’ en dan geloven. De sonore ervaring wordt naar de achtergrond gedrukt, en dat leidt onvermijdelijk tot een vermindering van de gevoeligheid voor onze omgeving. We zien geen gevaar buiten ons gezichtsveld. Klank heeft die dorsaliteit wel. Toen in 2004 een verwoestende tsunami honderdduizenden menselijke slachtoffers maakte in Zuidoost-Azië, werden nauwelijks dode dieren teruggevonden. Dieren horen immers naderend onheil, al is dat nog duizenden kilometers veraf, dankzij Rayleigh golven. Ook mensen hebben de fysieke mogelijkheden om deze waar te nemen, maar onze geest negeert ze door de dominante visuele prikkels die het brein te verwerken krijgt.

Ons gehoor

Tegelijk wordt ons gehoor blootgesteld aan een steeds toenemend crescendo van geluiden. En dat terwijl het ons meest kwetsbare zintuig is. In tegenstelling tot de andere zintuigen, wordt het gehoor voortdurend en onbeschermd blootgesteld. De ogen kunnen bewust gesloten worden, ze kunnen focussen op iets, en andere zaken naar de achtergrond duwen. Het gehoor daarentegen neemt alle geluiden waar, uit welke richting ook. Onze hersenen zijn continu in de weer met het proberen identificeren en lokaliseren van de individuele geluiden. De enige bescherming die het gehoor heeft, is een ingenieus psychologisch proces dat, vaak onbewust, ongewenste of betekenisloze geluiden probeert te filteren van de gewenste of betekenisvolle. Naarmate deze processen complexer worden - zoals bij een toenemende veelheid aan geluiden - neemt ook de bijhorende psychologische stress toe, met alle potentiële fysieke en emotionele gevolgen vandien. 

City of Ear

Met City of Ear pleit ik voor aandacht voor de akoestische ecologie van de stad, het evenwicht tussen de natuurlijke menselijke geluiden en de klanken van de stad. Opdat luisteren geen gevaar voor de oren oplevert. Opdat de voetstappen van een naderende ontmoeting kunnen worden waargenomen. Opdat spreken, lachen en zingen, in plaats van verdrongen te worden, terug deel kunnen uitmaken van de soundscape van de stad.

"Wat we eisen, is stilte, maar wat de stilte van me vraagt, is dat ik blijf spreken,” zo drukte John Cage het uit. Niet met kabaal dat anderen overstemt, maar met een geluid dat in vraag stelt en zich verzet, dat zingt en uitdaagt. En dat is precies wat City of Ear wil doen.  De menselijke stem doorbreekt de stilte in de stad. Wat ons verhindert dit te horen, moet wel ’noise' zijn.  

Kom naar City of Ear!

Als daverende afsluiter van het OdeGand-weekend op zondag 15 september stelt Gent Festival van Vlaanderen samen met componist Joris Blanckaert en Koor&Stem het gloednieuwe City of Ear voor. City of Ear is een soundscape voor de stad. In totaal weerklinken vanuit alle hoeken in de binnenstad honderden stemmen.  Al wandelend tussen de 33 koren krijg je een unieke beleving van de steeds veranderende muziek in interactie met de klanken van de stad. Kom genieten van ‘De Stem’ die zegeviert in Gent!

Info & Tickets